De beste jaren van Liverpool FC

Er zijn maar weinig voetbalclubs die zo doordrenkt zijn van geschiedenis, emotie en passie als Liverpool FC. “You’ll Never Walk Alone” is niet zomaar een clublied, het is een levensfilosofie, een belofte tussen club en supporters. Elke week opnieuw wordt er gegokt op de overwinning, bij bookmakers in Engeland, maar ook bij online casino's in het buitenland, zoals https://bettingzondercruks.com/online-casino-buitenland/. De hoge bonussen, wekelijkse promoties en het uitgebreide sportaanbod zijn razend populair, ook bij Nederlandse Liverpool-fans. Of je nu wilt gokken op de Premier League, de Champions League of de FA Cup, Liverpool zorgt sowieso voor de nodige spanning.

Door de decennia heen heeft Liverpool periodes gekend van ongekende glorie, maar ook van diepe dalen en spectaculaire wederopstanding. Wij gingen op zoek naar de beste jaren in de rijke geschiedenis van de Reds.

De fundering van een voetbalimperium

De moderne geschiedenis van Liverpool begint in de vroege jaren zestig, toen een zekere Bill Shankly in 1959 aantrad als manager. De club bevond zich toen nog in de Second Division, ver verwijderd van de Europese top. Shankly bracht discipline, passie en een duidelijke visie. En met succes: binnen drie jaar promoveerde Liverpool naar de First Division, en in 1964 volgde de eerste landstitel.

Het Anfield-stadion werd omgevormd tot een fort, met het legendarische “Spion Kop”-vak als kloppend hart. Shankly bouwde een ploeg met mannen als Ian St John, Roger Hunt en Ron Yeats, geen supersterren, maar harde werkers met karakter. Hun inzet weerspiegelde het ethos van de stad: trots, veerkracht en gemeenschap. De jaren zestig vormden niet alleen de start van een sportief succesverhaal, maar ook het begin van de Liverpool-cultuur. De ploeg werd een symbool van het Noord-Engelse optimisme in een tijd van sociale verandering. De toon was gezet.

De gouden jaren ’70 en ’80

In 1974 nam Bob Paisley het roer over. Hij bouwde voort op de basis die Shankly had gelegd en onder zijn leiding werd Liverpool een Europese grootmacht. Tussen 1975 en 1983 won de club zes keer het Engelse kampioenschap, drie keer de Europacup I (de voorloper van de Champions League) en heel wat nationale bekers. De ploeg barstte van het talent: Kevin Keegan, Kenny Dalglish, Graeme Souness, Alan Hansen: stuk voor stuk iconen. Een van de hoogtepunten was de Europacupfinale van 1977 in Rome, waar Liverpool met 3-1 won van Borussia Mönchengladbach. Slechts een jaar later werd de titel met succes verdedigd. De club straalde onoverwinnelijkheid uit. Anfield was niet zomaar een stadion; het was een fort waar tegenstanders met knikkende knieën binnenkwamen.

Paisley werd later opgevolgd door Joe Fagan en vervolgens Kenny Dalglish, die als speler-manager de club naar nieuwe successen leidde. De jaren tachtig begonnen met de triomf in de Europacup van 1981 en de Europese dubbel van 1984: landskampioen én winnaar van de Europacup I. Liverpool was de ploeg waar heel Europa zich aan spiegelde. Geen club in Engeland was zo succesvol, zo consistent en zo gevreesd.

Duisternis en wederopstanding in de jaren ’90 en 2000

Toch kende Liverpool ook duistere jaren. Het Heizeldrama in 1985, waar 39 voetballiefhebbers om het leven kwamen, en de Hillsborough-ramp in 1989, waar maar liefst 97 Liverpool-supporters stierven, wierpen lange schaduwen over het Engelse voetbal en over Liverpool in het bijzonder. Het zou de club en de stad blijvend tekenen.

Sportief verloor Liverpool in de jaren ’90 terrein aan Manchester United en Arsenal. De flair was er nog, maar de consistentie ontbrak. De club had moeite met de overgang naar het moderne, commerciële tijdperk van het Premier League-voetbal. 

In 2001 zorgde manager Gérard Houllier echter voor een heropleving door een unieke treble te winnen: de FA Cup, League Cup en UEFA Cup. Het was geen landstitel, maar het gaf de fans weer hoop. Die hoop kwam tot een hoogtepunt in 2005 in Istanbul, tijdens de meest memorabele Champions League-finale ooit. Na een dramatische eerste helft stond Liverpool 3-0 achter tegen AC Milan, maar in zes magische minuten kwam de ploeg terug tot 3-3. Dankzij doelman Jerzy Dudek’s reddingen in de strafschoppenserie werd Liverpool voor de vijfde keer kampioen van Europa. “The Miracle of Istanbul” werd meteen een van de grootste momenten in de voetbalgeschiedenis!

Klopp en de terugkeer naar de top

Na jaren van wisselende resultaten bracht Jürgen Klopp in 2015 nieuw leven in de club. De charismatische Duitser bracht zijn 'heavy metal football' naar Anfield: intens, energiek en emotioneel. Zijn filosofie van 'gegenpressing' en teamgeest paste perfect bij de Liverpool-cultuur. Klopp bouwde een ploeg rond Mohamed Salah, Sadio Mané, Virgil van Dijk en Alisson Becker. In 2019 won Liverpool opnieuw de Champions League, met als ultiem symbool de 4-0-overwinning tegen Barcelona in de halve finale. Het stadion ontplofte.

Een jaar later, in 2020, volgde eindelijk de langverwachte Premier League-titel, de eerste in dertig jaar. Ondanks de lege stadions door de coronapandemie was het een emotioneel hoogtepunt: Liverpool was opnieuw de beste ploeg van Engeland.

Liverpool FC heeft keer op keer bewezen dat glorie niet enkel wordt gemeten in trofeeën, maar in veerkracht. De club is groter dan de som der delen, groter dan de spelers of de managers die komen en gaan. Wat Liverpool uniek maakt, is de onbreekbare band tussen team en supporters. Elke triomf wordt gedeeld, elke nederlaag doorleefd. Op Anfield is voetbal geen entertainment; het is emotie, traditie en identiteit.